Verschenen in Glutenvrij
De sojaflesjes gaan langzamerhand tot het verleden behoren en Roosmarijn begint meer en meer gewoon te eten. Nou ja, gewoon… Ik vraag me wel eens af wat klanten en personeel in de supermarkt van me denken als ik weer eens verdiept ben in de ingrediëntenlijst op een verpakking. En in 9 van de 10 gevallen het pakje, blikje of zakje weer terug leg in het schap. Want ik mag dan wel een lijst hebben met glutenvrije merkartikelen, maar daar staat voor mijn gevoel meer niet op dan wel. Wat er op staat zijn voornamelijk de A-merken. Zij hebben er blijkbaar voldoende belang bij om hun producten te laten testen en op de lijst te laten opnemen, maar de ‘eigen merk’ artikelen van de meeste supermarkten staan er niet op. Helaas laat mijn portemonnee het in die tijd niet toe om altijd de dure merken te kopen. Want dat is wel een fikse tegenvaller: de prijs van glutenvrije producten. Met één inkomen en een heel klein beetje van wat thuiswerk (jawel, ik ben in die tijd nog gestopt met werken toen de oudste geboren werd…) is het een flinke hap uit ons budget. Ik denk dat we in die tijd toch wel meer dan 100 gulden per maand extra kwijt zijn aan het dieet voor Roosmarijn. Van mijn ‘ach dan eten we gewoon met z’n allen glutenvrij’ komt dan ook in eerste instantie niet veel terecht. Tenminste niet als we bijvoorbeeld pasta eten. Want een pondje glutenvrije macaroni kost in die tijd bijna tien gulden en met z’n vijven is zo’n pondje zo op.
Maar goed, met een beetje inventiviteit (en lieve ouders die regelmatig bijspringen) komen we een heel eind. En mijn warme maaltijd is toch van lieverlee grotendeels glutenvrij geworden. Veel vers, weinig zakjes en pakjes… Roos groeit, nog niet heel hard, maar er zit vooruitgang in en de kinderarts is heel tevreden, vooral ook omdat ze gewoon goed en lekker eet. Wel is ze die winter heel veel ziek. Ze heeft de ene oorontsteking na het andere virus,de huisarts begint al over buisjes en van mijn nachtrust komt niet veel terecht. Omdat ik voorlopig helemaal genoeg van ziekenhuizen heb én het gevoel dat ze gewoon even haar weerstand moet opbouwen besluit ik om het voorjaar af te wachten. Tussen oorontstekingen en verkoudheden in merken we dat we een heel ander kind in huis hebben. Ze is vrolijk, gezellig, ondernemend en goedlachs. Dat ze lichamelijk toch ook wel een fikse achterstand heeft opgelopen blijkt uit het feit dat ze pas met 22 maanden gaat lopen. Maar als ze dat een maal heeft ontdekt is er ook geen houden meer aan en stapt ze vrolijk en blij de wereld in. Als ze bijna twee is en dus een maand of zeven op dieet gebeurt er nog iets wonderbaarlijks: ze wordt dik! Van een heel klein baby’tje dat amper nog zes kilo weegt groeit ze uit tot een klein dik propje. Elastiekjes verschijnen op wonderbaarlijke wijze rondom haar polsjes, kuiltjes komen tevoorschijn in haar ellebogen en knieën. Als ze voor ons uit loopt zien we een dik luierkontje parmantig heen en weer wiebelen en we verzuchten: ‘Als ze dat ook nog doet als ze 16 is, staat ons nog wat te wachten!’
Voor het eerst krijg ik – als ik met haar op de markt loop of in de stad – van vreemden te horen: ‘Zo, nou, da’s Hollands welvaren hè?’ In de lengte komt er geen centimeter bij en ik vraag me af of we nu niet de verkeerde kant op gaan in tegengestelde richting. Gelukkig staat er al snel weer een bezoekje bij de kinderarts in agenda. Ook hij is wel enigszins verbaasd als hij haar ziet. Maar mijn zorgen lacht hij weg: ‘Nee hoor, dat lijfje heeft het zo zwaar te verduren gehad, dat slaat nu even alles op. Wacht maar tot ze in de lengte gaat groeien, dat komt helemaal goed!’ Toch wel een beetje opgelucht (je weet maar nooit…) ga ik naar huis. Het komt goed.
Met haar volle 1.78 steekt ze inmiddels zelfs (een heel klein beetje) boven mij uit. Maatje 38. Ja, het is helemaal goed gekomen!